Recensies Prelude en Tarantella, Intermezzo en Rhapsodie
Majoie mag blijven optreden. In 1943 schrijft A. de Wal in Het Vaderland, staat- en letterkundig nieuwsblad van 9 november tijdens de oorlog niet eerder zoiets 'belangrijk-veelbelovends' gehoord te hebben. Vooral haar eigen composities trekken zijn aandacht: een 'Prelude', 'Tarantella', 'Intermezzo' en 'Rhapsodie'. 'Het geheel is een conglomeratie van Aziatische en diverse Europeesche invloeden. Het muziekbloed dat hier stroomt, van Chopin, van Liszt, Spaansche en Hongaarsche Zigeunerrhytme-karakters, van Mac Dowell, van de jazz, van eigen ras en negeridioom. Maar als geheel een origineel mixtum compositium dat buitengewoon goed in elkaar zit, prachtig pianistisch is en zeer kleurrijk en spontaan.' Foto: opname voor de pers in Nederland, omroepstudio Hilversum, 1943